Catharina Alida van der Dussen (1690-1745)

Steenrijke asielzoekster

Huis Suydervelt. Het huijs te Wateringen anno 1727, Andries Schoemaker

In 1726 verlaat Catharina Alida haar echtgenoot Damas van Slingelandt, schepen van Dordrecht. Ze zijn dan nog geen twee jaar getrouwd. Damas leeft van haar geld, is vaak dronken en bedreigt dan zijn vrouw. Catharina Alida eist respect en aandacht van hem, maar krijgt dat niet. Ze gaat bij haar oudere broer Jacob wonen, die dan burgemeester van de stad is. En ze vraagt een echtscheiding aan. Omdat ze erg rijk is, wil Damas haar niet laten gaan. Van Jacob erft ze twee jaar later buitenplaats Suydervelt in Wateringen. Hier heeft ze met haar familie veel zomers doorgebracht. De boeren blijven haar trouw hun pachtgeld afdragen. Ondertussen blijft Catharina Alida volhardend tegen Damas procederen tot aan de hoogste rechtbank. Dit verliest ze en de Hoge Raad geeft hem toestemming om haar te gijzelen. Catharina Alida vlucht naar Vrijstaat Culemburg. In deze stadstaat heeft de Hoge Raad van Holland geen uitvoerende macht. Culemborg verleend haar in 1733 asiel. Ze heeft hier tot aan haar dood veilig kunnen wonen.

Haar familie schaamde zich voor haar, maar erft uiteindelijk een fortuin. Van Catharina Alida van der Dussen is geen portret bewaard gebleven. Wel is in de kerk van Culemborg haar praalgraf te zien.

Uw browser is verouderd

Update uw browser voor een optimale weergave. Nu updaten

×